18 NOVEMBER 1982
1603
wij inzicht zouden hebben in de feitelijke situa
tie. Vanavond is mij nog verzekerd dat, ondanks
de stap bij de Raad van State, die afspraak on
verkort gehandhaafd blijft. Ik kan derhalve de
vraag die naaf ik meen door de heer De Bruijn is
gesteld het kan ook iemand anders zijn geweest
of de commissie regelmatig geïnformeerd kan
worden, bevestigend beantwoorden.
De heer De Werd heeft in concreto gevraagd
of de problemen zouden kunnen zijn ontstaan door
het feit dat het I.M.W. de financiële administra
tie van het B.W.O.B. verzorgt. Op grond van ambte
lijk onderzoek tot nu toe is niet gebleken dat
het I.M.W. in dezen enige blaam treft.
De heer DE WERD: Ik heb die vraag niet ge
steld, maar gezegd dat het mij niet duidelijk was
waar de fout zat.
Wethouder RöMKENSJa, u hebt gevraagd waar
aan het zou kunnen liggen. Ik heb nu gezegd dat
uit ambtelijk onderzoek niet is gebleken dat het
I.M.W. enige blaam treft, maar heb niet bedoeld
dat u van mening was dat het I.M.W. enige schuld
zou hebben.
Voor wat betreft de opmerking van de heer De
Werd op den duur twee grote organisaties naar
wijkgebonden organisaties te doen overgaan, moet
ik zeggen dat dit mijns inziens een kwestie is
die niet bij de begrotingsvaststelling aan de or
de behoort te komen. Wellicht kan hij zijn opmer
king bij de begrotingsbehandeling herhalen, aan
gezien die daar naar mijn mening meer thuishoort.
Overigens wil ik er wel op wijzen dat beide in
stellingen duidelijk buurt- en wijkgericht werk
zaam zijn.
Mevrouw Paulussen ontdekt twee grootstede
lijke instellingen in competitie met elkaar, maar
ik zie die competitie niet. Op grond daarvan is
er voor mij geen enkele aanleiding de tijdelijke
subsidieverordening op dit punt op enigerlei