18 NOVEMBER 1982
1605
De fractie zou dan ook in de eerste plaats voor
rang willen geven aan bestaande behoeften, in het
bijzonder in nieuwe wijken zoals de Haagse Beemden,
omdat juist daar de afstand tot de stad, tot het
werk en dergelijke het grootst is en het kindertal
hoog.
Wij mogen er mijns inziens niet aan voorbij
gaan dat kinderdagverblijven en peuterspeelzalen
wel in een noodzaak voorzien, maar opvoedkundig
niet altijd bevorderlijk werken. Ik denk hierbij
aan moeilijkheden die gesignaleerd worden door
leerkrachten van het lager onderwijs. Daartegeno
ver staat dat wij ons er ook van bewust zijn dat
iedereen gelijke kansen op werk en deelname aan
maatschappelijke activiteiten moet hebben en dat
het ontbreken van de voorzieningen dat niet in de
weg mag staan. Daarom zijn wij bepaald niet tegen
het principe.
Ik wil nog een aantal vragen stellen. Bent u
met ons van mening dat u op basis van deze inten
tieverklaring niet te sterk kan worden aangespro
ken, dit in relatie tot de beperkte financiële
middelen? Mogen wij ervan uitgaan dat elk concreet
project en de te investeren bedragen aan de raad
ter goedkeuring worden voorgelegd? Kan een inven
tarisatie plaatsvinden van bestaande crèches en
andere dan in de nota beschreven opvang? Daaruit
zou kunnen worden geconcludeerd wat er eventueel
nog bij moet en of bestaande voorzieningen door
middel van subsidieverstrekking goedkoper kunnen
worden uitgebouwd dan geheel nieuwe centra op te
zetten.
Mevrouw PAULUSSEN: De P.v.d.A.-fractie ver
heugt zich over het feit dat de nota thans voor
ons ligt en dat de raad van Breda hoopt vanavond
een intentieverklaring af te leggen. Wij zijn ook
blij dat in de nota heel uitdrukkelijk wordt ge
steld dat kinderopvang in onze samenleving een ba
sisvoorziening zou moeten worden in aansluiting op
de maatschappelijke ontwikkelingen die zich de