26 januari 1982 161 stelt daar dat er voldoende waarborgen zullen zijn met betrekking tot het toezicht op het functione ren van de stichting. Wij hebben voldoende ver trouwen in het college om te kunnen aannemen dat dit ook zal worden waargemaakt. Derhalve vindt onze fractie de motie overbodig. Wethouder PAULUSSEN: Mevrouw Den Ouden kan ik toezeggen dat de raad inderdaad van de ontwik kelingen op de hoogte zal worden gehouden. De heer Garritsen is teruggekomen op de ver antwoordelijkheid en de taak van de gemeente en de corporaties ten aanzien van het volkshuisves tingsbeleid en de uitvoering van het volkshuisves tingsprogramma. Wij hebben ondanks de brief waar op de heer Garritsen doelde de raad toch het voor stel voorgelegd aangaande de stichting gemeen schappelijke woonruimteverdeling, met name in het belang van een goede verdeling van de woningen, ook van de woningen van St. Joseph. Omdat het zo belangrijk is dat er ten behoeve van de woning zoekenden een goed systeem komthebben wij vast gesteld dat wij over een aantal zaken, waaronder deze, met het ministerie moeten gaan praten. De diverse belangen tegen elkaar afgewogen hebbend, hebben wij besloten u vanavond toch dit voorstel voor te leggen. Voor zover het zich laat aanzien zal de raad het ook volgen. De heer Dek kan ik zeggen dat ik echt niet over zijn opmerkingen heen wilde lopen, maar over de rekensommetjes met betrekking tot drievierde en tweederde en al de onderdelen van de statuten is al eerder uitvoerig gediscussieerd. Overigens zul len die opmerkingen worden genotuleerd en er zal alsnog naar worden gekeken. Ik kan u ook niet overtuigen De heer DEK: Dan kan het alleen wél te laat zi jn Wethouder PAULUSSEN: Het is mogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 161