1618
18 NOVEMBER 1982
in ieder geval goed uit te zoeken hoe precies de
vormgeving van die aanhaking dient plaats te vin
den.
De heer DE BRUIJN: Wij zijn blij dat in ver
gelijking met het eerdere voorstel, waarover nogal
wat discussie heeft plaatsgevonden, het thans voor
ons liggende voorstel is aangescherpt, en menen
dat dit nu redelijk waterdicht is.
Wij willen er de nadruk op leggen dit
staat in het amendement dat wij dit soort acti
viteiten niet alleen in de welzijnssfeer moeten
trekken. Ik meen dat wij hier te maken hebben met
een afgeleide van een werkgelegenheidsprobleem en
dat de commissie Werken hierbij zeer nauw betrok
ken dient te worden. Wij praten over een nuttige
invulling van de "vrije tijd" van de Bredase bur
gers die werkloos zijn, althans van de tijd die
zij niet aan werk kunnen besteden, en ik ben van
oordeel dat de commissie Werken hierbij een zeer
belangrijke taak kan hebben.
Het tweede punt betreft de overgang van het
I.B.V. naar een groter servicebureau. Wij zijn van
mening dat een dergelijk servicebureau er zo spoe
dig mogelijk moet komen, want wat is een betere
waarborg dan dat een en ander wordt getrokken door
een instituut of een systeem dat ietwat boven de
verschillende partijen staat? Diverse partijen
zijn hierbij betrokken en vandaar dat wij sterk
willen ondersteunen dat de gemeente deze kar moet
gaan trekken opdat bepaalde instituten niet het
voortouw nemen en de overhand krijgen boven andere
groepen die met de aangelegenheid van doen hebben.
De VOORZITTER: Ik heb de indruk dat u van het
amendement van mevrouw Paulussen hebt kunnen ken
nisnemen. Het wordt in ieder geval over een paar
minuten gedistribueerd. Het college heeft de in
houd ervan wel tot zich kunnen nemen en daarom
geef ik het woord aan de heer Römkens voor de be
antwoording