18 NOVEMBER 1982 1621 aanzienlijk hebben aangescherpt. Ik kan hem mede delen dat de aanhaking duidelijk aan die periode van twee jaar is gebonden. Het college meent dat dit groeimodel, mede gezien de ontwikkelingen in het achter ons'liggende halfjaar, zeker nadat de raad een uitspraak heeft gedaan naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van het C.D.A.en mede gelet op de bereidverklaring bij brief van 19 okto ber 1982, onder de in het nieuwe besluit geformu leerde stringente voorwaarden alle garanties biedt om een en ander aan het vrijwilligerswerk ten goe de te laten komen en recht te doen aan het stukje particulier initiatief dat tot dusverre is ge bracht. Naar aanleiding hiervan zal het duidelijk zijn dat liet college geen behoefte heeft aan de aanvulling die in het amendement is verwoord, hoe wel één lid van het college te kennen heeft gege ven dat hij het amendement wil ondersteunen. De VOORZITTER: Ik stel de tweede termijn aan de orde. Mevrouw PAULUSSEN: Ik zou mijn in eerste ter mijn gehouden verhaal kunnen herhalen. De wethou der heeft wel gezegd dat hij in woorden op de in tentie van het amendement is ingegaan, maar hij heeft op de inhoud ervan niet gereageerd. Het is juist dat een aantal instellingen van particulier initiatief enige jaren met de startgroep informa tiebureau voor vrijwilligers is beziggeweestmaar het laatste jaar hebben zich bepaalde ontwikkelin gen voorgedaan. Ik wijs in dit verband op het jeugdwerkplan, het gehele uitkeringenbeleid en de samenhang daartussen en het indringende beroep van de W.-groepen, die hebben gezegd dat zij geen be hoefte hebben aan een nieuw bureau of aan een nieuwe mijnheer of mevrouw maar wel aan mogelijk heden en voorwaarden, die de W.-groepen het werken in de wijken, waarbij zij wel hulp en begeleiding kunnen gebruiken, mogelijk maken. Op die inhoude lijke kwestie het meedoen van de gebruikers-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1621