9 DECEMBER 1982
1677
7. Is het college bereid een dringend beroep op de
directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau te
doen, om in het vervolg commentaar op haardracht
en/of kleding van werkzoekenden achterwege te
laten?
ANTWOORD
Zoals gesteld in de beantwoording van de vragen 1
en 4 zijn wij van oordeel dat hiertoe door ons
college geen stappen ondernomen behoeven te worden.
8. Is het college bereid om ook ambtenaren van de
gemeentelijke sociale dienst te instrueren om
geen korting op uitkeringen toe te passen van
wege haardracht en/of kleding?
ANTWOORD
In het algemeen wordt door ambtenaren bij de advi
sering over het toekennen of behoud van een uitke
ring ingevolge de Wet werkloosheidsvoorziening
geen acht geslagen op haardracht en/of kleding.
Zoals gesteld in de beantwoording van vraag 4 kan
mededeling worden gedaan door de directeur van het
Gewestelijk Arbeidsbureau over het behoud of het
verkrijgen van passende arbeid. Indien de haar
dracht en/of kleding een beperking tot gevolg heeft
bij het behoud danwel het verkrijgen van arbeid,
dan zal de commissie van de werkloosheidsvoorzie
ning hiermede rekening houden in het aan ons uit
te brengen advies.
Zoals al eerder gesteld kunnen wij ons uit het ver
leden geen zaken herinneren welke hierop betrekking
zouden kunnen hebben. Overigens, mocht in enig ge
val sprake zijn van korting in verband met haar
dracht en/of kleding, dan heeft de desbetreffende
uitkeringsgerechtigde het in de wet verankerde
recht hiertegen bezwaar en beroep aan te tekenen.
VRAGEN (d.d. 25-10-1982 gesteld ing. art. 48, 2e