_26 JANUARI 1982 167 betoog geen betrekking heeft op de intentie van het voorstel en derhalve vreemd is aan de orde die bij dit voorstel dient te worden betracht. De heer GARRITSEN: Laat u mij toch duidelijk maken wat ik bedoel; u laat me niet uitspreken. Het gaat concreet om het volgende. Wij verlenen medewerking aan het bijzonder onderwijs en nu wil ik door de raad van Breda laten vastleggen dat wij uitsluitend medewerking zullen verlenen aan acti viteiten wanneer de school en de schoolleiding zich niet discriminerend opstellen op het punt van sexuele geaardheid, burgerlijke staathuidskleur nationaliteit en politieke overtuiging. Ik vind dit De VOORZITTER: Ik vind het koppelen van dit verhaal aan het aan de orde zijnde voorstel der mate onzorgvuldig dat ik de vergadering een ogen blik wil schorsen. Wij worden bovendien nog on verwacht met dit vraagstuk geconfronteerd. Ik moet u thans onderbreken, want dit is een zaak die bij dit punt niet aan de orde kan komen. De heer GARRITSEN: Dan wil ik voorstellen het nu door mij te noemen punt aan de agenda toe te voegen De VOORZITTER: Ik wens mij thans even met het college te beraden. De heer VAN DUIJL: Ik wil er even op wijzen dat het nog maar om het voorontwerp van een wet gaat. De heer GARRITSEN: Daarover heb ik het nu niet. De VOORZITTER: De vergadering is enkele ogen blikken geschorst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 167