9 DECEMBER 1982
1685
dat wanneer je geld voor ontwikkelingssamenwerking
beschikbaar stelt, dit geld zo veel mogelijk in de
ontwikkelingslanden zelf terecht dient te komen
en dan met name voor concrete projecten moet wor
den aangewend. Dit zijn de maatstaven aan de hand
waarvan wij in de toekomst de voorstellen zullen
beoordelen. Hopelijk zullen wij dat op niet al te
lange termijn kunnen doen, tegen de achtergrond
van een vastgesteld beleid op het terrein van de
ontwikkelingssamenwerking, waarover in de commis
sie algemene zaken al even is gesproken.
Ten aanzien van de twee voorliggende voor
stellen kan ik het volgende zeggen. Voor wat be
treft de stichting De Geus heb ik in de commissie
algemene zaken opgemerkt dat wanneer de boekhandel
zou zijn ingeschakeld voor de promoting wellicht
een andere oplossing had kunnen worden gevonden.
In het voorstel is vermeld dat de stichting het
niet bij deze ene avond wil laten, maar dat zij
nog meer bijeenkomsten zal houden. Wij willen even
wel de eventuele indruk dat daarop nu een voor
schotje zou kunnen worden genomen ontzenuwen, want
daarvan zal geen sprake kunnen zijn.
Voor wat betreft de Wereldwinkel vinden wij
het een goede zaak dat er een informatie- en ver
kooppunt met betrekking tot artikelen uit de Derde
Wereld is. Wij hopen dat het een laagdrempelige
voorziening zal zijn, zowel letterlijk als figuur
lijk. Mede omdat het gaat om een eenmalige inves
tering en de Wereldwinkel in de toekomst self-sup
porting zal zijn, kunnen wij ook met dit onderdeel
akkoord gaan.
Er leven echter bij ons nog wel wat vragen.
In het voorstel staat dat de Werkgroep Ontwikke
lingssamenwerking ten aanzien van de beide voor
stellen heeft geadviseerd, hetgeen bij ons de
vraag heeft doen rijzen welke de status van die
werkgroep is. Ik heb namelijk begrepen dat zij uit
sluitend een nota heeft voorbereid en dat zij na
dien zou worden ontbonden, maar nu blijkt dat zij
een soort van adviesfunctie toebedeeld heeft