168 26 JANUARI 1982 SCHORSING. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Ik wil u nadrukkelijk zeggen dat ik met recht kan persisteren bij mijn opvatting dat een deel van hetgeen de heer Garritsen heeft ingebracht buiten de orde dient te worden verklaard. Ik meen dat wij ook aldus moeten handelen en ik verzoek u daarom eerst uw oordeel over dit voorstel uit te spreken. Daarna kan eventueel het ordevoorstel aan de orde komen. Ik geef thans het woord aan wethouder Sandberg voor de beantwoording van de in eerste termijn gemaakte opmerkingen. Wethouder SANDBERG: Mij rest weinig meer dan dank uit te brengen voor het compliment dat me vrouw Den Ouden heeft gemaakt. Ik wil dat compli ment graag overbrengen aan de mensen die hierbij betrokken zijn. Vervolgens wil ik ingaan op de vraagstelling van de heer Garritsen over het aan de orde zijnde onderwerp. Terecht heeft hij geconstateerd dat het plan inmiddels gereed is en momenteel in de verzending zit, om het zo maar uit te drukken; ik weet niet in welke fase die verzending momenteel verkeert. In ieder geval is het plan al op ruime schaal verspreid, terwijl in de komende week die verspreiding zal worden voortgezet. Het lijkt mij evenwel niet juist om gedurende de periode waarin het scholenspreidingsplan in de inspraak is en in afwachting van de besluiten die de raad nog moet nemen de hele ontwikkeling van het onderwijs, juist in deze periode waarin er nogal wat in be weging is, in de ijskant te stoppen. Wij moeten met het nemen van beslissingen in dit stadium na tuurlijk wel voorzichtig zijn, maar dit voorstel betreft geen ontwikkeling die gisteren is komen opborrelen. Deze is juist geënt op een nadrukke lijk voornemen dat in het spreidingsplan staat en dat weer is gebaseerd op de overwegingen welke indertijd tot de motie hebben geleid, inhoudende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 168