9 DECEMBER 1982
1699
op dat moment door de raad genomen besluit op dit
punt wordt dan ook niet door ons ondersteund, maar
gelet op dat besluit zullen de bezwaren welke op
het betreffende bestemmingsplan en voorbereidings-
besluit betrekking hebben ongegrond moeten worden
verklaard. De bezwaren van de heer Van Gurp en an
dere bewoners ten aanzien van het gebied dat bui
ten de 200 m2 valt moeten echter onzes inziens wél
gegrond worden verklaard. De wethouder heeft in de
commissie ook gezegd da£ het voorbereidingsbesluit
uitsluitend op de 200 m betrekking heeft. Mijn
fractie is dan ook van mening dat buiten dit ge
bied geen zaken tot stand mogen komen welke op de
woonwagenlocatie betrekking hebben en dat de be
stemming voor openbare passieve recreatie zoals
die voor het omliggende gebied geldt dient te wor
den gehandhaafd. Teneinde over dat laatste van de
raad een uitspraak te vragen heeft onze fractie
een motie opgesteld. De voorzieningen welke in
verband met de woonwagenlocatie buiten het terrein
van 200 m2 zijn getroffen zullen naar onze mening
teniet moeten worden gedaan. Graag bied ik u hier
bij de motie aan.
De door de heer Ten Wolde c.s. ingediende mo
tie heeft de volgende inhoud:
"De raad van de gemeente Breda
in vergadering bijeen op donderdag 9 decem
ber 1982,
kennis genomen hebbende van de •bezwaren van
de heer A.C. van Gurp en 39 andere bewoners
van de Vughtstraat tegen het voorbereidings
besluit genoemd in agendapunt 10, bijlage
nr. 435,
constaterende dat een groot deel van voor
noemde bezwaren betrekking heeft op ontwik
kelingen direct aangrenzend aan het terrein
waarvoor dit voorbereidingsbesluit betrek
king heeft,
nodigt het college uit
met voortvarende spoed al datgene te