1700 9 DECEMBER 1982 ondernemen om de plaatsgehad hebbende in breuk op dat terrein teniet te doen en de functie van de openbare passieve recreatie te doen herstellen en gaat over tot de orde van de dag." De heer GOOSZoals de heer Ten Wolde al zei is over deze kwestie verschillende malen gesproken, onder meer in de commissie. Ik meen dan ook dat het niet nodig is uitvoerig op dit voorstel in te gaan, waarmee ik tegelijk tegemoet kom aan de wens om niet te lang te vergaderen. Degenen die bij de commissiebehandelingen aanwezig waren en zich ook in hun fractie hierover hebben beraden, weten maar al te goed waarom het hierbij gaat. Zoals ons be kend is zijn helaas ten onrechte toezeggingen door ambtenaren gedaan, die wij niet alle meer kunnen terugdraaien. Wij hebben als raad "ja" gezegd te gen het voorbereidingsbesluit, maar onze fractie is van mening dat toch nog eens nadrukkelijk moet worden gekeken naar de bezwaren die door meerderen zijn ingebracht. Verder verzoeken wij u na de eerste termijn de vergadering enkele ogenblikken te schorsen op dat wij ons over de ingediende motie kunnen bera den. Mevrouw DlJKZEUL-PLESDaar het betreffende terrein een braakliggend veld is, waarbij moet worden aangemerkt dat het een gebied voor passieve recreatie is dat weinig wordt gebruikt, daar het terrein voorts ongeschikt moet worden geacht voor woonbebouwing en het woongenot en het ruimtelijk beeld door de voorgenomen ontwikkelingen nauwe lijks worden aangetast, onderschrijft de Partij van de Arbeid de mening van b. en w. ten aanzien van deze bezwaarschriften van de heer Van Gurp en 39 andere bewoners van de Vughtstraat. Wij volgen derhalve dit voorstel om de bezwaren ongegrond te verklaren en hebben aan de ingediende motie ook geen behoefte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1700