9 DECEMBER 1982
1701
De heer TEN WOLDE: Wat betekent deze opvat
ting voor het terrein dat de bestemming passieve
recreatie heeft en voor de huidige voorzieningen?
De heer DE BRUIJN: Zoals de heer Goos al
stelde is dit voorstel regelmatig in de commissie
wonen aan de orde geweest. Wij zijn blij met de
vele informatie die wij daar hebben ontvangen,
waardoor wij de ontwikkelingen goed hebben kunnen
volgen.
Verder blijven wij van mening dat dit terrein
goed geschikt is voor een woonwagenlocatie. Hier
bij gaan wij ervan uit dat dezelfde beperkende
maatregelen zullen gelden zoals die ook van toe
passing zijn voor de vijf locaties die we in het
verleden hebben aangewezen. Ik doel dan met name
op de werkmogelijkheden en dergelijke.
Wij hebben wel wat moeite met de zinsnede op
bladzijde 4 van het voorstel waarin wordt gesteld
dat de vrees voor mogelijke uitbreiding van de
woonwagenlocatie ongegrond is, daar de mate van
openbaarheid en bereikbaarheid daarvoor ontoerei
kend is en ook de provinciale overleggroep voor
woonwagenzaken dit terrein als ongeschikt heeft
aangemerkt. Ik zal graag zien dat hierover een wat
hardere uitspraak wordt gedaan, zeker gelet op het
feit dat bij de provincie de waardering van de
verschillende criteria zich wellicht nog eens wij
zigt. Van iets dergelijks hebben wij nog niet zo
lang geleden de gevolgen gezien. Daarom moet mijns
inziens harder worden uitgesproken dat de woonwa
genlocatie niet zal worden uitgebreid.
De heer SIMONS: Wij betreuren het dat het erg
moeilijk schijnt te zijn om voor de familie Van
Toren een prettige woonsfeer te creëren, waaruit
blijkt dat je als woonwagenbewoner in Breda nog
lang niet overal welkom bent. Ook ditmaal zijn wij
weer verbaasd over de argumenten die door de
buurtbewoners worden aangedragen om de inrichting
van de locatie niet te laten doorgaan. Ik geloof