1704
9 DECEMBER 1982
voortdurend wordt gepraat, weg te halen, wat in
middels ook is gebeurd. Ik geef echter direct toe
dat de beplantingen nog steeds aanwezig zijn met
nog enkele andere dingen die daar te vroeg zijn
neergezet. Mijn opstelling houdt in dat deze zaken
het best kunnen worden gelegaliseerd, zoals wij
dat in de richting van iedere Bredase burger zou
den doen. In de commissie wonen heb ik dan ook
voor het grondgebruik een contract ter inzage ge
legd, dat na het nemen van het besluit door de
raad kan worden getekend. In dezen is de normale
procedure gevolgd.
Graag ben ik ertoe bereid met de familie Van
Toren en met de heer Van Gurp, die het dichtst
bij de locatie woont, nog eens een gesprek te voe
ren om na te gaan hoe wij er op de best mogelijke
manier uit kunnen komen. Als bij dat gesprek meer
dere mensen aanwezig willen zijn, vind ik dat pri
ma. Gezien de situatie waarin het geheel tot stand
is gekomen lijkt het mij beter dat de motie niet
wordt aanvaard. Overigens ligt ten aanzien van dat
laatste de mening binnen het college genuanceerd.
Naar ik heb begrepen zullen twee leden van het
college, lid zijnde van de fractie die de motie
heeft ingediend, de motie volgen.
De heer TEN WOLDE: Ik moet voorop stellen dat
wij met het voorbereidingsbesluit en het ongegrond
verklaren van de daarop betrekking hebbende bezwa
ren geen moeite hebben, want kennelijk werd het
tegenovergestelde verondersteld, met name door de
heer Simons. De V.V.D.-fractie heeft zich inder
tijd tegen het aanwijzen van deze locatie uitge
sproken, maar de raad heeft anders besloten en wij
aanvaarden ten volle de consequenties van dat be
sluit. Een gevolg hiervan is het nemen van een
voorbereidingsbesluit en derhalve dienen de bezwa
ren welke daarop betrekking hebben ook ongegrond
te worden verklaard.
Ik wil vervolgens ingaan op hetgeen de wet
houder heeft gezegd over het gebied dat buiten de