9 DECEMBER 1982 1705 200 ligt. Er zijn bezwaren ingediend die mede op dat gebied betrekking hebben en daarbij is niet im Frage of ten aanzien van dat terrein bepaalde afspraken zijn gemaakt en handelingen zijn ver richt, of er een huurovereenkomst klaar ligt en dergelijke. Ik ben er overigens wel blij om dat de heer Van Toren al enige dingen heeft verwijderd en het zou ook inderdaad niet juist zijn in zijn rich ting verwijten te maken. Het gaat hierbij echter om het vastleggen van bestemmingen, waartegen be zwaren zijn ingediend die mede betrekking hebben op het gebied dat buiten de 200 m ligt. Ik ben van mening dat de beswaren ten aanzien van het ge bied buiten de 200 m gegrond moeten worden ver klaard en voorts wil ik stellen dat de afspraken welke in de privaatrechtelijke sfeer tussen de ge meente en de heer Van Toren zijn of worden gemaakt volstrekt los staan van dit raadsbesluit. Tegen die achtergrond heb ik mijn motie ook ingediend. Wij zijn van mening dat de openbare functie van het betreffende gebied, zoals die in het bestem mingsplan zal worden vastgelegd, zal worden ge handhaafd. Aan de orde is nu dus niet het overleg dat tussen de heren Van Gurp en Van Toren en de gemeente zal worden gevoerd. Het gaat nu om het vastleggen van bestemmingen en het al dan niet ge grond verklaren van bezwaren. De heer GOOS: Ik kan u meedelen dat een deel van onze fractie deze motie zal ondersteunen, ter wijl een ander deel de motie zal afwijzen, waar over dadelijk de heer De Zwart nog iets zal zeggen. Terecht stelde de wethouder dat de familie Van Toren geen enkel verwijt kan worden gemaakt, gelet op de toezeggingen die door ambtenaren zijn gedaan; deze gaven de familie Van Toren het volste recht om haar gang te gaan, ook al strookte dat niet met de opvattingen van de buurt. Verder wil ik erop aandringen dat aan de ge- bruiksovereenkomstdie voor iedereen ter visie heeft gelegen en waaraan naar het idee van onze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1705