1722 9 DECEMBER 1982 moeten vaststellen. Dit bestemmingsplan zal vol gens de uitgangspunten van het plan, waartegen de raad "ja" heeft gezegd, moeten worden ontwikkeld. Daarom is het moeilijk tegen de vragensteller te zeggen dat hij te zijner tijd nog over het al dan niet aanleggen van het bos kan beslissen. Mijns inziens moeten wij duidelijk stellen dat de raad over het bestemmingsplan niet zo veel meer te be slissen zal hebben, want het bestemmingsplan zal volgtijdelijk na een privaatrechtelijk besluit dat wij als eigenaar van de grond zullen nemen aan de orde komen. Ik zeg dit zeer duidelijk omdat ik hierover geen misvattingen wil laten bestaan. De kwestie van de relatie tussen het bos en bepaalde problemen ijlt eveneens na. De raad weet dat bij het opstellen van het bestemmingsplan een milieueffectenrapportage zal worden betrokken, die over de milieukwaliteiten van het bos en het be staande milieu duidelijke uitspraken zal opleveren. Ik moet in alle eerlijkheid zeggen dat ook deze rapportage achter de feiten aan rent. Met de opmerking van de heer De Waal kan ik geen kant uit. Ruilverkaveling heeft onder meer ten doel ten aanzien van de agrarische bestemmin gen in het kader van een optimale bedrijfsvoering tot een betere ordening te komen. Ik kan mij niet voorstellen dat iemand tegen dit voorstel is omdat het met de ruilverkaveling te maken heeft. Ik constateer dat het voorstel in grote lij nen gunstig wordt ontvangen, hetgeen het college zeer verheugt. De heer DE BRUIJN: Misschien kan nog wat aan vullende informatie worden verstrekt. De wethouder stelt dat in januari over de definitieve ruilver kaveling zal worden beslist en dat daarbij de be stemmingen, zoals o.a. het bos, die deels nu reeds zijn aangegeven aan de orde zullen komen. Uit het voorstel maak ik echter op dat de bestemming van gronden voor het bos en het gebied Rooskendonk reeds worden vastgelegd. Mijns inziens zal dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1722