1728
9 DECEMBER 1982
welzijn III informatie over de financiële situatie
bij N.A.C. te verschaffen.
De heer DE WERD: Wij realiseren ons dat N.A.C.
een belangrijke voorziening voor de passieve re
creatie biedt die een voortrekkersfunctie voor de
amateursport vervult. Wij zijn dan ook niet tegen
N.A.C.want wij menen dat N.A.C. in Breda een
functie vervult die best mag worden gezien. Gezien
de financiële situatie van de gemeente zullen wij
echter toch een afweging moeten maken en wanneer
die afweging tussen de actieve en de passieve sport
moet worden gemaakt, dan kiezen wij in eerste in
stantie voor de actieve sport. Daarom menen wij
dat de subsidieverlening aan N.A.C. moet worden
afgebouwd. N.A.C. is inderdaad een bedrijf dat be
drijfsmatig zou moeten worden gerund en dat der
halve niet langdurig op gemeentesubsidies zou moq^-
ten teren.
Wij hebben er een probleem mee dat in het
voorstel wel de afbouw van de subsidiëring wordt
genoemd, maar niet duidelijk wordt gemaakt hoe
lang die afbouw zal duren, of daarmee drie of vier
jaar zal zijn gemoeid. Dit probleem is ook reeds
door anderen naar voren gebracht. Ons is evenmin
duidelijk waarom de subsidie niet aan een maximum
is gebonden. De subsidie wordt per betalende be
zoeker vastgesteld en daarmee zou men kunnen sug
gereren dat de subsidiegrondslag het verlenen van
diensten aan de Bredase burgers is. Immers, naar
mate meer burgers van de diensten van N.A.C. ge
bruik maken, wordt meer subsidie verleend. Aan de
andere kant proef ik echter uit het voorstel dat
de subsidie eveneens een steun aan N.A.C. beoogt
te zijn ten einde de club te laten voortbestaan.
Dit zijn twee verschillende grondslagen. Wanneer
de laatstgenoemde grondslag in dit geval aan de
orde is, wanneer het met andere woorden onze wens
is dat N.A.C. kan blijven voortbestaan, dan zouden
wij eigenlijk, naar mate N.A.C. minder inkomsten
heeft, een hogere subsidie moeten verlenen, want