9 DECEMBER 1982 1741 voorstellen dat een woonwagenbewoner, indien hij naar elders zou willen vertrekken en daarbij zijn werk meeneemt, probeert via de normale kanalen van de Br.I.M. een werkterrein te bemachtigen. Dat zou een normale handeling zijn, omdat dan niet van te voren de bestemmingsrelatie is vastgelegd. Mijn fractie heeft de grootste moeite met de directe koppeling omdat het hier, naar wij uit een nadere toelichting hebben begrepen, om een individueel geval gaat, hetgeen niet in het stuk is vermeld. Wij menen derhalve dat bij de voorbereiding van het bestemmingsplan wonen en werken zouden moeten worden ontkoppeld. Mijn fractie wenst hierover pas een besluit te nemen wanneer het hele plaatje van het huidige centrum Driekoningenoord en de defini tieve taakstelling daarvan kennen. Wij hebben met de woonlocatie geen enkel pro bleem, maar de woon/werk-relatie zouden wij door de wethouder graag zien toegelicht. De heer SIMONS: Wij hebben problemen die te genovergesteld zijn aan die welke de heer Ten Wol- de signaleert. Bij de criteria die voor deze loca tie gelden zetten wij enkele vraagtekens, want mijns inziens komen daaruit heel andere punten naar voren dan het geval is voor andere locaties hier in de stad. Voor ons is dan ook alleen een standplaats aanvaardbaar die een directe koppeling met het industrieterrein heeft. Naar mijn mening zal op die manier een reële binding tussen het aan te leggen industrieterrein en de woonwagenlocatie ontstaan, maar de andere woonwagens die daar zou den komen te staan zouden te zeer geïsoleerd raken. Dit laatste lijkt mij niet juist en daarom zouden wij wel duidelijk een koppeling willen maken. De heer GOOS: Onze fractie deelt de mening van de heer Ten Wolde volledig, waarvan wij in de vorige commissievergadering hebben blijkgegeven. Wij wachten dan ook graag het antwoord van de wet houder af.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1741