1748 9 DECEMBER 1982 alles aan te doen om de mogelijke informatie-ach terstand van de appellanten zo gering mogelijk te doën zijn en alles zo open mogelijk te behandelen. Ik neem aan dat het de wethouder duidelijk is wat ik hiermee bedoel. Gezien het grote financiële belang vraag ik mij tenslotte af wat op dit moment de stand van de onderhandelingen met V.R.O.M. over het mogelijk meer accepteren van de grondprijzen is. Wethouder WELSCHEN: Ik zal de vragen en op merkingen van achteren naar voren behandelen. De stand van de onderhandelingen is niet al te hoop gevend, maar wij hopen daarin door een gesprek met een wat uitgebreidere delegatie in Den Bosch nog verandering te brengen. Het ziet er echter naar uit dat wij een behoorlijk deel van de algemene reserves voor dit doel zullen moeten aanspreken. Ik kan helaas geen exacte bedragen noemen omdat wijhoewel de nodige ambtelijke contacten hebben plaatsgevonden, nog niet tot een afronding zijn gekomen. De tekst van het voorstel dient men niet in die zin te lezen dat wij wachten tot er een schor- singsverzoek komt en dan beginnen, want dat is na tuurlijk uitdrukkelijk niet de intentie. Het is de intentie de werkzaamheden, wanneer er een schor- singsverzoek ligt, te stoppen en in afwachting van de uitspraak niet voort te zetten. Wij zullen ove rigens proberen de procedure zo kort te houden als maar enigszins mogelijk is, hetgeen mijns inziens ook wel noodzakelijk is. In antwoord op het verzoek zo open mogelijk te werk te gaan en de rechten van een ieder zo goed mogelijk te waarborgen, merk ik op dat wij dit voortdurend doen. Ik kan hierbij zo langzamer hand op een stukje praktijk wijzen, hetgeen beter is dan het naar voren brengen van intenties. Ove rigens blijft het doel zo snel mogelijk de woonwagenlocaties realiseren overeind.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1748