9 DECEMBER 1982 1749 De heer DE ZWART: De opmerkingen hingen dui delijk met elkaar samen. Ik zou nog wel een opmer king over het afkomen van de verklaring van geen bezwaar willen maken. Het college weet uit erva ring dat er tussen het moment waarop g.s. een ver klaring van geen bezwaar geven en het tijdstip waarop de appellanten in het kader van de schor singsmogelijkheden reageren een informatiegat ont staat. Wanneer men op dat moment met de werkzaam heden bezig is dan betekent dat in feite, dat men onomkeerbaar bezig is en dat de appellanten zich met een soort Pyrrhus-achtige activiteit kunnen bezighouden in die zin, dat het schorsingsverzoek in die situatie slechts tot een Pyrrhus-overwin- ning kan leiden. Wethouder WELSCHEN: Er gaan hier allerlei mythologische figuren over de tafel. De betekenis hiervan moeten wij straks in de fracties na een borrel maar eens bekijken. Het lijkt mij goed, wanneer de verklaring van geen bezwaar afkomt ik hoop dat de eerste begin volgende week zal worden ontvangen dit zo snel mogelijk bekend te maken, want het is mijns inziens het best zo snel mogelijk te weten of wij al dan niet een schorsingsverzoek aan onze broek krijgen. Ik vraag niet om schorsingsverzoe- ken, maar wij moeten wel zo snel mogelijk weten of wij hiermee te maken zullen krijgen of niet, want wanneer wij met de werkzaamheden beginnen en ver volgens een schorsingsverzoek te verwerken krijgen dan zal de nodige vertraging ontstaan. Ik houd op grond van de ervaringen wel rekening met schor- singsverzoeken en die kunnen dan mijns inziens het beste zo snel en duidelijk mogelijk naar voren ko men. De optiek van waaruit wij werken past naar mijn mening redelijk in het plaatje dat de raad op tafel heeft gelegd. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1749