1750
9 DECEMBER 1982
Rondvraag.
De heer TEN WOLDE: Ik heb ontdekt dat het
college redelijk snel aan het door raadsleden ge
vraagde uitvoering kan geven. Ik constateerde in
een vorige raadsvergadering dat de titulatuur bij
de vermelding van de namen van de raadsleden ach
terwege werd gelaten en ik heb waargenomen dat
ditzelfde nu ook geldt voor de titulatuur van de
edelachtbare en van de gemeentesecretaris. In de
commissieverslagen is evenwel deze maatregel nog
niet doorgevoerd. Ten aanzien van de raadsleden is
enige nivellering opgetreden, maar voor wat be
treft de ambtenaren is dat niet het geval. Wordt
u hierin geremd doordat deze kwestie nog niet in
de medezeggenschapscommissie is behandeld?
De heer DREEF: Ik heb aan het begin van de
vergadering even niet opgelet, waardoor ik bij de
behandeling van de ingekomen stukken heb verzuimd
u te verzoeken de nota "Werklokaal-Mogelijkheden
voor plaatselijk werkgelegenheidsbeleid", genoemd
onder 2.D.d, voor de commissie werken te agende
ren.
De heer DE WERD: Ik wil een vraag stellen
die de relatie tussen het college en de raad be
treft, want ik heb op een aantal momenten gecon
stateerd dat die verhouding anders is dan ik ver
wachtte. Soms zitten de wethouders met elkaar te
debatteren terwij 1 vanuit de raad vragen worden
gesteld, wat mij eerlijk gezegd nogal stoort, ter
wijl ik ook heb gemerkt dat naar het idee van som
mige wethouders de raad alleen maar als een soort
van bijwagen fungeert voor wat betreft het uitoe
fenen van controle. Door in elk geval ëén persoon
is in het verleden gezegd dat de raad niet moet
denken dat hij het bestuur van de stad uitmaakt.
Ik meen evenwel dat de raad wel degelijk het be
stuur van de stad is en dat het college de func
tie van dagelijks bestuur vervult, welke situatie