1781 23 DECEMBER 1982 kunnen ontstaan doordat tot de woonvormen woningen behoren die toegang hebben tot de gemeenschappe lijke ruimten van de catechisten? Is er een plan voor de te volgen gedragslijn in de situatie waar in er geen catechisten meer zijn die voor toewij zing in aanmerking komen? Wethouder VAN DUN: Ik begrijp nu pas hoe de wethouder van financiën zich in het verleden voel de als bij dit soort voorstellen zulke vragen wer den gesteld! Dit voorstel is aan de orde geweest in de commissie middelen en milieu, waar het niet indringend onderwerp van bespreking heeft uitge maakt. Naar aanleiding van het voorstel stelt me vrouw Pellis de wethouder van financiën enige bouw technische en toewijzingsachtige vragen, waarop ik niets zou weten te antwoorden, ware het niet dat ik door vriendelijke bemiddeling van te voren over het voornemen tot het stellen van vragen ben inge seind en dat ik nu een tekst vóör mij heb die ik mag voorlezen. De laatste vraag van mevrouw Pellis is echter niet van tevoren beantwoord. Het belangrijkst lijkt mij de vraag, hoe de eenheden zullen worden toegewezen wanneer door de catechisten of liever gezegd door de Pius X-stich- ting geen gebruik van toewijzing kan worden ge maakt. Uit mijn aantekeningen blijkt dat de nieuw ingestelde Stichting Woonruimteverdeling Breda daarin op een gegeven moment een bepaalde zeggen schap krijgt, zij het niet dan nadat de adviescom missie bejaarden vanuit de Stichting Bejaardenwerk Breda haar rol heeft gespeeld. Ik denk dat ook bij de nieuwe rechtsvorm de normale lijn van indicatie en toewijzing gehandhaafd blijft. De tweede vraag van mevrouw Pellis heeft be trekking op de bouwfysische omstandigheden die sa menhangen met de bereikbaarheid van een aantal ge meenschappelijke ruimten. Mevrouw Pellis zal zich hopelijk kunnen voorstellen dat de wethouder van financiën daar geen ene bal van weet. Ik hoop dat zij er genoegen mee neemt dat ik mijn collega

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1781