23 DECEMBER 1982
1792
Duijl dat hij bepaalde factoren mist. Voor zover
hij zich daarbij beperkt tot de tekst van het pre
advies, kan ik mij voorstellen dat hij zijn opmer
king maakt. Op bladzijde 2 van het preadvies wordt
namelijk slechts heel verkort in tien punten een
beeld van de hoofdfactoren gegeven. Punt 6. luidt:
"het voorzieningenniveau/de leefbaarheid van Bre
da". Ik wijs erop dat deze hoofdfactor uit de vol
gende deelfactoren bestaat:
- onderwijsfaciliteiten, uitgesplitst naar al
gemeen vormend onderwijs en beroepsonderwijs;
- culturele faciliteiten, zoals musea, toneel
en concerten;
- sportfaciliteiten (zaalsporten, binnensporten
en buitensporten)
- openluchtrecreatie;
- overige recreatie;
- hotelaccommodatie;
- winkelapparaat
- woningaanbod in Breda, kwantitatief en kwali
tatief;
- woningaanbod in de directe omgeving van Breda
kwantitatief en kwalitatief;
- woonomgeving in Breda;
- woonomgeving in de directe omgeving van Breda
Hiermee heb ik alle factoren genoemd die de
heer Van Duijl mist. Het bedrijfsleven heeft juist
een zeer expliciet oordeel uitgesproken over het
woningaanbod, het onderwijs en de culturele voor
zieningen. Of ik begrijp de heer Van Duijl ver
keerd, öf hij heeft wellicht deze onderdelen van
het voorzieningenniveau en de leefbaarheid van
Breda onder 6. niet helemaal correct gelezen.
De heer Van Duijl heeft er gelijk in dat het
bedrijfsleven de vervoerssituatie in Breda al
thans in een aantal Bredase industriegebieden
negatief beoordeelt. Dit is een probleem waar het
gemeentebestuur erg weinig aan kan doen. De B.B.A.
is bereid buslijnen daarheen te leiden waar de ge
meente het wenselijk acht, maar vervolgens wordt
aan het lokaal bestuur een rekening gepresenteerd,