23 DECEMBER 1982
1796
want het is zeer gewenst dat de problematiek wordt
opgelost.
Wethouder SANDBERGIn eerste termijn meende
ik dat het de heer Van Duijl was ontgaan dat in de
rapportage aandacht aan het woningaanbod wordt be
steed. De vraag die hij nu in tweede termijn heeft
verduidelijkt, stelt hij terecht; ik had hem ver
keerd begrepen. Zijn vraag is, in hoeverre wonin
gen beschikbaar zijn wanneer bedrijven voornemens
zijn zich in Breda te gaan vestigen. Die vraag
komt uiteraard niet aan de orde als je het reeds
in Breda gevestigde bedrijfsleven gaat enquêteren
om te weten te komen hoe men daar tegen de woning
situatie in Breda aankijkt. Wanneer zich problemen
voordoen op het gebied van de beschikbaarheid van
woningen voor werknemers van bedrijven die naar
Breda willen komen, zullen we speciale maatregelen
moeten nemen. Ik denk in dit verband aan het pun-
tenaantal dat aan iemand wordt toegekend als hij
een woning wil hebben; eerder in deze vergadering
is gesproken over een situatie waarin speciale pun
ten zouden kunnen worden toegekend. Bij de punten
waardering is met het door de heer Van Duijl be
doelde aspect rekening gehouden. Toen de raad eni
ge tijd geleden ten principale de puntentoedeling
vaststelde, is voorzien in een categorie van men
sen die met het bedrijfsleven meekomen en zich
daarom in Breda willen vestigen. Zij kunnen op ba
sis van hun situatie extra punten krijgen, wat
overigens niet inhoudt dat zij absolute prioriteit
krijgen of bovenaan de lijst komen te staan. Met
een aantal bedrijven hebben we een regeling kunnen
treffen en we proberen telkens tot een optimale
begeleiding te komen. In samenwerking met de toen
malige directeur van de Stichting Woonruimteverde
ling in oprichting en een vertegenwoordiger van de
Bredase makelaars hebben we indertijd informatie
bijeenkomsten georganiseerd voor bedrijven als Van
Melle en Tollens. Een groot aantal problemen
blijkt oplosbaar te zijn, maar het is natuurlijk