23 DECEMBER 1982 1826 betrekking tot de spaarbekkens en de recreatie voorzieningen daaromheen heeft gedaan, is het te ruggezakt naar 15.000,Waarom is het voor Breda niet mogelijk ook met een in nader overleg vast te stellen vast bedrag in het schap te parti ciperen? De heer DE WERD: De wethouder heeft gerea geerd op een opmerking in eerste termijn en op de inhoud van het amendement, waarvan hij in ieder geval gedeeltelijk kennis heeft gekregen. Als hij de stukken goed heeft gelezen, zal hem duidelijk zijn dat het ook ons niet alleen om het financiële "plaatje" gaat, hoewel wij twijfels hebben bij het financieel voordeel dat in vergelijking met alter natieve mogelijkheden te behalen zou zijn. In de reactie van de wethouder proefde ik dat er al van alles is geprobeerd en dat men nog wel met nieuwe ideeën kan komen, maar dat die toch niet tot succes kunnen leiden. Mij is onduidelijk ook in de commissie is dat niet duidelijk ge worden in hoeverre is geprobeerd samenwerking met De Merwelanden tot stand te brengen. Dordrecht verkeert in precies dezelfde situatie als Breda. De wethouder heeft in de commissie op deze vraag geen antwoord gegeven, omdat hij zelf niet over voldoende duidelijkheid beschikte. Zo heb ik het althans begrepen, maar als het anders is, hoor ik dat graag. Een ander punt is de verschuiving van taak en functie van recreatie naar landschapsbe heer en natuurbehoud. Uit de stukken is mij niet duidelijk geworden dat daarover in het verleden is gesproken, terwijl er toch financiële gevolgen aan verbonden zijn. Indertijd is door de heer Sandberg, lid van dezelfde fractie als de heer Van Asseldonk, be toogd dat Breda in het I.H.M. moest blijven. Uit treding, aldus de heer Sandberg, zou niets bijdra gen tot de verbetering van de situatie en zou Bre da geheel beroven van mogelijkheden om te sturen. Naar mijn mening geldt voor De Biesbosch hetzelfde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1826