23 DECEMBER 1982
1828
Mevrouw WOUTERS-KOOTSTRA: Volgens de stukken
worden na uittreding van een gemeente de omslag
percentages opnieuw gerangschikt. Als er drie ge
meenten uittreden worden nieuwe maatstaven aange
legd. Mijn vraag is of Breda zal ingaan op een
eventuele uitnodiging van het schap om vóór de ef
fectieve uittreding toch nog mee te beraadslagen.
Wethouder VAN ASSELDONK: De omslagpercentages
zullen pas na verloop van tijd veranderen en ik
verwacht dus niet dat wij een dergelijke uitnodi
ging zullen krijgen. Zekerheid daaromtrent kan ik
niet geven.
De heer Dammer heeft nog eens aandacht ge
vraagd voor de indirecte kosten. Inderdaad ver
richt een functionaris bij de dienst jeugd en
sport in dit verband gedurende 15 uur per week
werkzaamheden. Omdat ik in het recreatieschap de
portefeuille personeel heb, is ook de afdeling
personeelszaken bij de activiteiten betrokken. Ook
de wethouder zou kunnen worden genoemd, maar die
is daarvoor ingehuurd.
Alles wat de heer De Bruijn nog heeft gezegd
moet worden gezien tegen de achtergrond van het
feit dat we vóór 31 december 1982 een besluit moe
ten nemen. Als we de beslissing nu uitstellen en
nog allerlei dingen op route gaan zetten, betekent
dat dat we nog voor vijf jaar aan het schap zullen
moeten deelnemen. Gezien de motivering van het
voorstel tot uittreding vraag ik mij af of het be
stuurlijk verantwoord is op deze wijze te blijven
deelnemen. Wanneer je participeert, betekent dat
dat je echt moet meedoen, dat je er ook iets voor
over moet hebben, iets wat ons bestuurlijk niet
vrij staat omdat onze visie anders is.
De heer DE BRUIJN: Die consequenties zijn mij
duidelijk. Ik denk dat we dan voor over vijf jaar
een gedegener besluit kunnen nemen.
Wethouder VAN ASSELDONK: Met betrekking tot