1829 23 DECEMBER 1982 de juridische aspecten verwijs ik naar punt III van het gewijzigde concept-besluit, waarin duide lijk is geformuleerd dat wij een geschil aanhangig maken. Dit betekent dat de Kroon straks kan gaan bepalen wat wij moeten betalen. Op de vraag over samenwerking met het recrea tieschap De Merwelanden van de heer De Werd ben ik in de commissie gedeeltelijk al ingegaan. Samen werking is er op het gebied van de ruimtelijke or dening, de opstelling van het basisplan, de Vaar tuigenverordening, de voorlichting, de gezamenlij ke uitgifte van een kaart, de administratie.... De heer DE WERD: Dat is de recreatieve kant! Wethouder VAN ASSELDONK: Juist vanuit Breda en ook vanuit het schap is er indertijd aan ge werkt de recreatie terug te dringen naar de stre ken waar zij nu is en het landschapsbeheer in dit gebied overeind te houden. Het amendement-De Werd roept bij mij de vol gende reactie op. Punt I van het amendement lijkt mij zoals gezegd onnodig. We blijven zitten of we treden uit en als de raad tegen uittreding is tre den we niet uit. Wat punt II betreft: aangezien het recreatieschap op dit moment zijn taak uit voert, is het niet mogelijk dit besluit te nemen. In punt III gaat het om een volledige wijziging van de gemeenschappelijke regeling met andere ge meenten. Een dergelijke wijziging moet met twee derde meerderheid tot stand komen en als zo'n meer derheid al haalbaar is, kan de gemeenteraad van Breda hier niet even het besluit onder IV nemen. Ik adviseer de raad het amendement niet te aan vaarden Tot slot iets over de motie van D'66. Vanaf 1975 is op allerlei manieren geprobeerd de positie van Breda in de in de motie bedoelde zin te wijzi gen, maar daaris is men niet geslaagd. Er zou nu een volkomen nieuwe poging moeten worden onderno men waarvoor de heer De Bruijn naar eigen zeggen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 1829