185 11 FEBRUARI 1982 kort geleden zijn geopend voor wat betreft de stand van zaken inzake de kredieten en de ver plichtingen die zijn aangegaan. De commissieleden met wie wij hebben gesproken hebben daaruit ge concludeerd dat pas recentelijk de stand van za ken u duidelijk is geworden. Op grond van de in formatie waarover wij beschikken menen wij te moe ten vaststellen dat u al eerder volledig van de stand van zaken op de hoogte was. Ik weet niet wat voor discussie er dadelijk zal gaan ontstaan, maar wij hopen dat het niet eenzelfde discussie zal worden als die enkele malen rond de kwestie Brebo/St. Joseph is gevoerd Dat was een mistige en wazige discussie, die geen duidelijkheid bracht. Ik meen dat wij van het college en van de in dezen verantwoordelijke wet houder mogen verwachten wij zijn tenslotte amateur-politici dat wij worden benaderd op een wijze die adequaat is en de toets der kritiek voor wat betreft presentatie en informatie kan doorstaan. Het is tevens opvallend in dat verband wij ik op de school aan de Zandberglaan dat het ontzettend moeilijk blijkt te zijn fouten toe te geven. Onze fractie weet uiteraard dat waar wordt gewerkt fouten worden gemaakt, maar onzes inziens mag men zich in dat geval niet proberen te ver schuilen. Er moet op een eerlijke manier over de gemaakte fouten kunnen worden gepraat. Wij zijn van oordeel dat er op het punt van informatie, presentatie en betrouwbaarheid jegens elkaar een moeilijke situatie is ontstaan. Wij vinden dan ook dat door deze gang van zaken de relatie tussen de commissie en het college en tussen het college en de raad schade heeft onder vonden. Een dergelijke gang van zaken mag onzes inziens niet worden geaccepteerd en moet, gelet op de wijze waarop in onze visie met elkaar moet worden omgegaan en moet worden bestuurd, worden afgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 185