189
11 FEBRUARI 1982
over het krediet voor de centrale verkeersrege
ling. Wij hebben met elkaar afgesproken dat wij
deze weg zouden volgen. Het college heeft zich
nog niet over de laatste notitie van de directeur
van openbare werken gebogen en wanneer vanavond
toch inhoudelijk op die situatie zou worden inge
gaan, zou niet alleen de kans aanwezig zijn dat
voor volgende vergaderingen punten aan de agenda1
moeten worden toegevoegd, maar zouden er wellicht
ook extra raadsvergaderingen moeten worden belegd
omdat dan vanwege de complexiteit van de materie
fouten zouden worden gemaakt, waardoor een duide
lijk politiek verwijtbare positie zou kunnen ont
staan. Ik huldig daarom het standpunt van de heer
Hendrickswant dat komt overeen met de afspraak
die is gemaakt. De notitie over de wijze waarop
een en ander is verlopen bij de dienst, over het
verkeerd interpreteren van besluitvormingen en
dergelijke heb ik op dit moment in huis. Ik zal
haar aanstaande dinsdag aan het college voorleg
gen, waarna zij onmiddellijk zal doorgaan naar de
commissie ruimtelijke ordening.
Er wordt een duidelijk antwoord verlangd op
de vraag of het college kon weten dat er verplich
tingen ter zake van de centrale verkeersregeling
waren aangegaan. Op die vraag moet ik bevestigend
antwoorden, maar dit moet dan wel anders worden
geïnterpreteerd dan de heer Crul dat doet. Op 12
januari is in het college duidelijk gepraat, aan
de hand van stukken, over iets dat over ons is
gekomen, waarbij wij werden geconfronteerd met
betalingsverplichtingen. Er is een opdracht ge
formuleerd aan de wethouder, die deze heeft door
gegeven aan de directeur van openbare werken. Ik
moet u eerlijk zeggen dat ons op dat moment niet
duidelijk was vandaar de opdracht aan de di
recteur van openbare werken hoe de vork in de
steel zat, en hoe en waarom deze verplichtingen
hadden kunnen ontstaan. Ik hoop dat u ons daarin
wilt volgen.