197 11 FEBRUARI 1982 wanneer er al iets valt te laken dit moet worden gezegd van het feit dat de wethouder op dat mo ment de stukken niet goed op een rijtje had. De heer CRUL: Ik wil daar even wat nader op ingaan. Uit de commissiediscussie is gebleken wij vinden dat minstens even ernstig als de in formatie-achterstand en de presentatie in de com missievergadering dat de wethouder, hoewel hij wel de zaken aan het college heeft voorgelegd en daarover een politiek standpunt heeft inge nomen, in wezen niet bekend is met alle stukken die beschikbaar zijn en waarmee hij naar het college had moeten gaan. Voor onze fractie is dit even moeilijk verteerbaar, want onzes inziens heeft dit te maken met de kwaliteit van de wijze waarop men met de zaken bezig is. Het is voor ons dan ook de vraag of de wethouder de zaken nog wel in de hand heeft en nog wel goed beheert. De wethouder heeft aangegeven dat het ging om een veelheid van dingen, om een complete materie, die hij blijkbaar niet goed heeft beoordeeld. Daar bij heeft hij toegegeven dat hij door zijn emo ties in de commissie eigenlijk niet meer tot oor delen kon komen, niet meer tot oordelen bevoegd was. Wij vinden dit zeker zo moeilijk te verteren als de late informatieverstrekking en alles wat daarmee samenhangt. De heer EISSENS: Bent u nu serieus of bent u een politiek hoogstandje aan het maken? De heer CRUL: Was het dat laatste maar, want het is helemaal niet zo best wat je moet constateren wanneer je datgene wat de wethouder heeft gezegd op een rijtje zet. Wij zijn er blij om dat de wethouder toegeeft dat hij het anders had moeten doen en daarvoor zijn excuses maakt. De wethouder heeft het woord "tragiek" genoemd, en wanneer het zo is gegaan als hij het nu voor het voetlicht heeft gebracht, als inderdaad de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 197