11 FEBRUARI 1982
200
De VOORZITTER: Ik meen te mogen aannemen dat
de motie voldoende is ondersteund. Mijns inziens
is het een motie van een zekere zwaarte en het
lijkt mij dan ook goed dat alle leden van de raad
daarvan een exemplaar krijgen, niet in de laatste
plaats uw voorzitter en de leden van het college.
Wellicht zou het goed zijn de vergadering onmid
dellijk te schorsen voor beraad binnen het college
en binnen uw fracties, maar ik wil toch liever
enigszins pragmatisch handelen en het vanavond
niet moeilijker maken dan het is. Van collega
Welschen heb ik begrepen dat de discussie waar
voor een veelheid van mensen aanwezig is niet van
erg lange duur zal zijn, waarmee ik overigens
niemand tekort wil doen. Wellicht kan de tijd die
de hoofdbode nodig heeft voor het copiëren van de
motie worden gebruikt voor het behandelen van het
bedoelde punt van de raadsagenda. Ik stel u dit
voor in de veronderstelling onzerzijds dat deze
discussie binnen korte tijd duidelijkheid zal
kunnen scheppen.
Hierna wordt de discussie over dit onder
werp geschorst tot een later tijdstip in de ver
gadering.
35. bijlage nr. 70
MEDEDELING BETREFFENDE HET VERZOEK VAN DE
FEDERATIE ABVA/KABO VAN 5 JANUARI 1982 TOT
TOEKENNEN VAN EEN INCONVENIëNTENTOESLAG
AAN HET BRANDWEERPERSONEEL, WERKZAAM IN DE
24-UURSDIENST(W)
De heer RöMKENSIn de commissie personeels
zaken hebben we uitvoerig over deze inconveniën-
tenregeling gesproken, waarbij we ook het genoe
gen hebben gehad met de kerncommissie te mogen
spreken. Het is heel duidelijk geworden dat bij
de kerncommissie en bij de personen die zij ver
tegenwoordigt vele zaken spelen die onbehagen te
weeg brengen. Het probleem is echter dat in de