11 FEBRUARI 1982 210 De heer TEN WOLDEIk meen dat de here pu blicatie en de wijze waarop wij vanavond met el kaar hebben gediscussieerd niet zonder zin zijn geweest. Bij mij persoonlijk, maar ook bij de andere leden van mijn fractie, was duidelijk irritatie ont staan over de wijze waarop wij in de commissie ruimtelijke ordening werden geïnformeerd, met name toen bleek dat een en ander al eerder bekend was. Hierin is de hoofdreden gelegen voor de steun die wij aan het begin van de avond aan het orde voorstel hebben gegeven. Wij waren van oordeel dat omtrent dit vraagstuk duidelijkheid diende te worden verschaft. Onze fractie heeft al uitdrukkelijk afstand genomen van de passage in het bericht in De Stem waarin een relatie wordt gelegd met andere kwesties. Het is ook niet de bedoeling van dit debat geweest dergelijke relaties te leggen. Gezien de toezeggingen die zijn gedaan en de excuses die zijn aangeboden hebben wij heel duidelijk de indruk dat er toch wel iets is ge beurd, dit in tegenstelling tot de heer Eissens, die het deed voorkomen alsof er in het geheel niets zou hebben plaatsgevonden. De wethouder heeft voor zijn optreden excuses aangeboden en voor zover ik het kan overzien is het in een pe riode van acht jaar een novum dat dit op deze indringende wijze is gebeurd. Onze fractie acht dat voldoende in relatie tot het feit zoals dat in de commissie ruimtelijke ordening heeft plaats gevonden. Wij vinden het overbodig nu nog het een en ander in een motie vast te leggen, gelet op wat ik zou willen noemen de knieval die is ge maakt. De wethouder heeft zelfs beleidsvoornemens naar voren gebracht omtrent de wijze waarop in formatie vanuit de diensten en vanuit het college naar de commissie zal moeten gaan. Derhalve heeft mijn fractie geen enkele behoefte aan ondersteu ning van moties waarin het woord "vertrouwens relatie" wordt gebruikt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 210