213 11 FEBRUARI 1982 handelen in de richting van andere commissies. Ik meen dat ik hiermee de door u naar voren gebrachte punten heb behandeld. Ik moet conclude ren dat dit bepaald geen plezierige zaak is, die zeker een bepaalde schade heeft aangericht, wat ik heel erg jammer vind. Wij beschouwen u als collegeleden niet als onze tegenstanders, want wij zullen met ons allen deze stad moeten bestu ren, wat met een stuk onderling vertrouwen zal moeten gebeuren Je kunt je de vraag stellen, zoals dat van de zijde van de V.V.D. is gedaan, of er nu tóch nog met een motie moet worden gekomen. Ik moet u zeggen dat wij hierover vrij lang van gedachten hebben gewisseld, omdat wij dit een heel moeilijk vraagstuk vinden. De excuses die u hebt gemaakt zijn volstrekt duidelijk, maar van groot belang is ook de kwestie van het vertrouwen in de situ atie waarin wij nu als stad verkeren. Binnen af zienbare tijd zullen zeer belangrijke beslissin gen moeten worden genomen, onder meer in het ka der van de HUG en andere operaties. Wij menen "ja" te moeten zeggen tegen deze motie die mede namens ons is ingediend. Wanneer in de commissie niet zo hardnekkig op deze zaak zou zijn inge gaan, zou die hele zaak er gewoon zijn doorge slipt, om het vriendelijk te zeggen. Dan zou dit debat nooit zijn gevoerd en zou ook nooit deze duidelijkheid in onze relaties, deels in posi tieve en helaas deels in negatieve zin, nooit zijn ontstaan. Ik ben bijzonder erkentelijk voor het feit dat er fouten zijn erkend, maar de motie houdt niet meer in dan de constatering van een aantal feiten. Daaruit kan niet de pijn worden gedistilleerd die de heer Eissens suggereerde. Hij gebruikte woorden als "schande" en kwam min of meer met het dreigement... De heer EISSENS: Wanneer je samen iets tot stand moet brengen is vertrouwen één van de eer ste en belangrijkste vereisten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 213