217 11 FEBRUARI 1982 werd weer gesproken over een motie van wantrou wen, die niet mocht worden ingediend. Van die kant wordt niet feitelijk op de zaak ingegaan. Ik heb zelf de gang van zaken gevolgd, maar ik wilde toch ook wel eens van de C.D.A.-leden in de commissie weten hoe zij een en ander hebben ervaren, want ik meen dat wij er recht op hebben dat te horen. Nu worden namelijk de leden van vier fracties zo'n beetje als leugenaar wegge zet en ik vind. De heer EISSENS: Het is jammer dat de heer Garritsen onvoldoende heeft geluisterd. Ik heb meteen gezegd hoe wij hierover dachten. De heer GARRTISEN: De heer Eissens heeft heel duidelijk gezegd dat zijn fractie de gang van zaken van een afstand heeft gevolgd, en hier zijn meer. De heer EISSENS: Wie neemt die woorden in de mond? De heer GARRTISEN: Dat hebt gedaan, u hebt in eerste termijn gezegd dat u de gang van zaken van een afstand hebt gevolgd. Er zijn vier fractievoorzitters bijeen gekomen. Enkelen van hen hebben wellicht ook het gebeurde van een afstand gevolgd, maar zij hebben toch wel fractie- overleg gevoerd toen deze zaak tot klaarheid kwam. Ik vind dat wij er dan ook recht op hebben te vernemen hoe een en ander in de fractie van het C.D.A. heeft gespeeld, want nu doet men het voorkomen alsof de vier fracties die bij elkaar zijn gekomen enigszins leugenachtig... De heer EISSENS: Vindt u het correct dat u, toen u met de fractievoorzitters wilde overleg gen, mij zogenaamd niet kon vinden? Is dat vol gens u de juiste manier om te bekijken hoe we er samen uit kunnen komen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 217