11 2BRUARI 1982 218 De heer GARRITSEN: Ik zou best met u over leg willen plegen, maar de ervaring heeft geleerd dat wanneer in dergelijke gevallen met elkaar af spraken zijn gemaakt deze rechtstreeks aan de be treffende wethouder ter kennis worden gebracht, waarna de zaak weer in de doofpot wordt gestopt. Ik voelde daar erg weinig voor en vandaar dat ik het nuttig vond, evenals de drie andere partijen, eens met ons vieren om de tafel te gaan zitten. De heer EISSENS: Ik ben er blij om dat ik dit nu weet, want ik ging van andere informatie uit. De heer TEN WOLDE: Heeft de heer Garritsen de heer Eissens dinsdagavond opgebeld? De heer GARRITSEN: Ik heb de heer Eissens niet opgebeld. De heer VAN ASSELDONK: Dan constateer ik dat u gistermorgen bewust mijn fractievoorzitter op het verkeerde been hebt gezet. De heer GARRITSEN: Oh nee; Ik wil dat hier over volstrekte duidelijkheid bestaat. Wij hebben heel duidelijk afgesproken dat de heer Eissens na het overleg door de heer Ten Wolde zou worden ingelicht. De heer TEN WOLDENaar aanleiding van welke vraag kwam dat antwoord? De heer GARRITSEN: U wist dat we met ons vieren om de tafel zouden gaan zitten en dat de heer Eissens niet aanwezig zou zijn; u moet nu niet terugkrabbelen. Wij hebben met elkaar ge sproken over een motie, die ook in de richting van het C.D.A. zou gaan en daarover moet u nu niet nerveus gaan doen. Misschien is het zinnig dat de vergadering nog een ogenblik wordt ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 218