16 FEBRUARI 1982 248 naar mijn mening, tegen de achtergrond van de ver wachtingen die het gemeentebestuur met betrekking tot het betaalbaar stellen van 4.200,-- heeft gewerkt, dat wij het gezelschap het werken tame lijk onmogelijk maken. In verband hiermee geef ik de raad in over weging de motie integraal niet te steunen. De in de motie gevraagde beslissing zou naar mijn me ning incorrect zijn en zou getuigen van onbehoor lijk bestuur, terwijl zij bovendien nergens toe zou dienen. Wanneer er straks- een andere metho diek komt, kun je aan de hand van die nieuwe me thodiek eventueel de subsidiestroom nader accen tueren of nader wijzigen, maar je kunt niet han gende de discussie de subsidiëring opschorten. De VOORZITTER: Wij zijn nu aan de tweede termijn toe. Wellicht de heer Kammeraat heeft daarop gedoeld is er behoefte aan beraad over de motie. Ik zie dat de heer Oomen nu al het woord wenst. De heer OOMEN: Ik ben het met de wethouder eens. De toezegging over twee notities, in de com missie gedaan, is voor mij evenveel waard als een motie. Dat is duidelijk: bij deze wethouder en bij dit college worden toezeggingen gestand gedaan. Overigens heeft punt 4 van mijn motie, "in af wachting van deze discussie het subsidieverzoek van de Stichting "Lijn" aan te houden", alleen betrekking op aanhouding van de beslissing omtrent hetgeen méér wordt gevraagd dan het door de wet houder bedoelde bedrag van 4.200,Wij gaan er nu vanuit dat bij de discussie zullen worden be trokken enerzijds de methode en anderzijds de financiële ruimte bij de schouwburg. Mochten wij in de commissie cultuur tot de conclusie komen dat voor deze en andere groepen volgens de motie moeten ook andere groepen erbij worden be trokken financiële ruimte aanwezig is, dan zul len wij met de groepen moeten gaan praten over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 248