273 16 FEBRUARI 1982 In het nu ter tafel liggende voorstel wordt dit voornemen uitgevoerd. Daarbij doet zich dan het probleem van een rechtvaardige verdeling voorin verband waarmee het college enige rekensommetjes maakt. Op één van die sommetjes willen wij hier nog terugkomen. Het college meent het verschil tussen be- meterde en onbemeterde woningen te moeten vast leggen in een concreet cijfer en het neemt daar voor zo staat het althans in het voorstel zo maar een getal. Bewoners van bemeterde woningen hebben de neiging minder energie te gebruiken. Dit zegt het gezonde verstand en het college rekent daarvoor een bepaald getal, om "tegemoet te komen aan de wens van bewoners van bemeterde percelen, die menen minder te moeten betalen dan onbemeter- den". Als men bedoelt dat die wens uitgangspunt van het beleid moet zijn, lijkt dit mij een nog al zwak argument. Ik hoop dat men inmiddels enige gegevens te pakken heeft gekregen. We spreken hier over twee stookseizoenen die al achter de rug zijn. In december 1981 is bij de begrotingsbe handeling een motie met nr. 2 aangenomen, waarin het college wordt verzocht met ingang van het stookseizoen 1982-1983 de aangeslotenen op de wijkverwarming IJpelaar het stadsverwarmings- tarief te berekenen en daartoe de noodzakelijke voorbereidingen van bemeteringen etcetera te tref fen. In de motie wordt ervan uitgegaan dat vóór de aanvang van het stookseizoen 1982-1983 -- het duurt niet zo lang meer totdat dat stookseizoen gaat beginnen - de aangeslotenen op de wijkver- warming IJpelaar hebben gekozen tussen aanslui ting op stadsverwarming of afkoppeling. In het voorstel dat we nu behandelen gaat het om het goedmaken van onrechtvaardigheden die zich in het verleden hebben voorgedaan. Voor Breda-noord komt de stadsverwarming er dit jaar aan en als die er is zal de problematiek achter de rug zijn, maar dan blijft er iets liggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 273