11 MAART 1982 292
op
datgene wat de heer Eissens heeft gezegd. Ik ben
den
ook wel van mening dat wij de brief op zijn waarde
moeten bezien. Er staat onder meer een bepaalde
constatering in die op geen enkele manier met fei
ten hard wordt gemaakt. Eigenlijk ben ik van me
3
ning dat we op dat soort boze brieven, ongeacht de
ze
organisatie waarvan zij afkomstig zijn, niet moe
ten antwoorden. Ik kan mij overigens voorstellen
dat de Partij van de Arbeid en met name de heer
v^al
Oomen iets hebben goed te maken in die richting,
gezien de onrust op landelijk niveau tussen de
=r-
F.N.V. en de Partij van de Arbeid.
De heer OOMEN: U moet eens met mijnheer Wie
3 in
gel gaan praten.'
it
De heer TEN WOLDE: Iedereen kan wel brieven
r—
gaan schrijven met veronderstellingen die niet
hard worden gemaakt.' Mijns inziens moet het colle
ge op dergelijke brieven niet reageren.
-
De VOORZITTER: Ik herhaal het voorstel dat ik
;n-
eerder heb gedaan. Naar ons oordeel is het toch
li-
wat te mager de brief uitsluitend voor kennisge
3
ving aan te nemen. Het lijkt mij correct dat los
van de inhoud van de beantwoording deze brief aan
de orde wordt gesteld in de commissie algemene za
if
ken. De beantwoording is altijd een zaak van late
>ok
re orde. Deze zal door het college worden verzorgd
)or
nadat advies van de commissie is ingewonnen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
in afwijking van het oorspronkelijk voorge
stelde besloten de brief voor kennisgeving
aan te nemen, met inachtneming van de medede
ling dat deze door de zorg van burgemeester
en wethouders zal worden afgedaan, nadat het
advies van de commissie algemene zaken is in
gewonnen.
b. Schrijven van het college van burgemeester en