11MAART 1982 306 HET ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT. (W) De heer GAERITSEN: Ik hoor de heer Van Dongen al zeggen: daar heb je hem weer.' Wanneer het gaat om aantasting van rechten van werknemers bij de gemeente, is het inderdaad De heer VAN DONGEN: Ik moet even een inter ruptie maken. Ik zei gewoon iets tegen mijn buur vrouw en de heer Garritsen hoeft dat niet meteen over te nemen. Hij kent mij genoeg om te weten dat ik nooit inga op wat hij zegt; ik zou dan knetter gek worden. De heer GARRITSEN: De heer Van Dongen stelt zich vaak op als vertegenwoordiger van de vak- bondshoek, maar over een toch vrij belangrijk voorstel als dit, dat de aantasting van verworven rechten betreft, in feite het inleveren van een aantal zaken, wordt door hem niet gesproken. Er wordt zelfs door geen enkele andere partij in de ze raad aan dit voorstel aandacht besteed. Ik wil heel concreet van de wethouder horen of over deze vaststelling van de richtlijnen voor de overplaatsing van ambtenaren met de vakbonden overleg is gepleegd en welk standpunt zij in dezen innemen. Dit heeft weer heel duidelijk te maken met bezuinigingsoperaties, met name met de voorbe reiding daartoe. Met het oog op een in te voeren vacaturestop, waarbij toch bepaalde posten bezet moeten blijven, wil men de ambtenaren wat flexibe ler maken waardoor het mogelijk zal zijn hen naar andere posten te schuiven. Als deze richtlijnen worden aanvaard is de bezuinigingsoperatie weer dichterbij gekomen. Ik vind de houding van deze raad en met name die van de Partij van de Arbeid en van de Partij van de Arbeid-wethouder nogal merkwaardig. De wethouder zal dadelijk dit voor stel verdedigen, maar naar buiten toe zal hij-ver klaren dat hij achter de vakbonden staat; op die wijze zal de Partij van de Arbeid twee pezichten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 306