315 11 MAART 1982 Wij dringen aan op een zeer snelle invulling van de mogelijkheden om tot een efficiënter beleid op dat punt te komen. In 1981 hebben we een bedrag van 226.000, voor de kosten van het parkeerbureau begroot, welk bedrag in relatie tot de functie zeer groot is. Daar het vergunningenstelsel met name is bedoeld voor de bewoners overigens waren wij er ons van bewust dat het veel kosten met zich zou brengen kan wellicht worden bekeken of het niet mogelijk is degenen aan wie vergunningen zijn afgegeven uit hoofde van hun functie in de binnenstad meer op de parkeergarages te richten. Dit geldt even als, zowel nu als zeker in de toekomst, voor dege nen die werkzaam zijn op de gemeentelijke kantoren; ook zij dienen van de garages gebruik te maken. Dit kan tot een hoger rendement van de parkeerga rages leiden, terwijl er dan tevens wat meer ruim te wordt geschapen in het parkeervergunningenstel- sel. Het lijkt mij zinvol dat op korte termijn een kleine notitie hierover wordt uitgebracht in de commissie ruimtelijke ordening. In elk geval mogen we de conclusie trekken dat het parkeerbedrij f nog niet floreert. De heer HENDRICKS: Onzerzijds is begrepen dat over deze kwestie nog een notitie van de desbe treffende portefeuillehouder zal volgen. Wij pra ten veel liever over dit onderwerp wanneer die no titie het licht heeft gezien en wij beter over de beleidsvoornemens op tal van punten kunnen oorde len dan thans op basis van de begroting mogelijk is. Verschillende partijen proberen met betrek king tot dit onderwerp hun gelijk te halen door te herinneren aan wat zij vroeger hebben voorspeld; dat gebeurt van diverse kanten. Ik wijs erop dat ook van onze kant in het verleden aandacht is ge vraagd voor tal van punten, maar ik wil daarop nu niet ingaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 315