11 MAART 1982 316 De heer GARRITSEN: In grote lijnen kan ik mij vinden in het betoog dat de heer Van de Steen oven heeft gehouden, maar ik wil daaraan nog enke le opmerkingen toevoegen. Het lijkt mij belangrijk dat er nu eens wat haast wordt gemaakt met de oplossing van de pro blematiek rond het parkeren, want juist de par- keerproblematiek heeft de aanpak van nogal wat binnenstadsproblemen vertraagd. Ik denk dan aan de invulling Achter de Lange Stallen en het Vlas- zak/Beijerd-terrein. Er zijn in het verleden ver schillende nota's verschenen, maar steeds wordt de oplossing van de problemen weer vooruit geschoven. In feite is ook deze begroting weer veel te laat aan de raad voorgelegd, en zoals is aangekondigd zal pas eind dit jaar een nieuwe notitie verschij nen. Ik vind dus dat eindelijk eens duidelijkheid moet worden gegeven over wat wij gaan doen. Het is bekend dat er een aantal zaken moet worden om gebogen, als het aan de P.S.P. ligt vrij radicaal. Mijns inziens moet dan zeker niet worden gedacht aan de suggestie van de V.V.D. om de tarieven te verhogen, want vermoedelijk zal dan het bezet tingspercentage van de garage aan de Mr.Dr. Frede- riksstraat naar 2 dalen. Verder ben ik van mening dat de bewoners van de binnenstad, die niet om de aanwezige grote hoeveelheid verkeeraantrekkende objecten hebben gevraagd, niet mogen worden opge zadeld met de lasten van de cityvorming. Nu de economie een wat andere wending neemt zal wellicht het beleid wat gemakkelijker in een betere rich ting kunnen worden bijgebogen. Wethouder VAN DUN: Het is een goede gewoonte dat bij de behandeling van een begroting, of het nu de begroting van de gemeente Breda of die van het parkeerbedrijf is, een aantal uithalen wordt gedaan, zowel van links als van rechts, ten aan zien van een vorm van beleid waarmee wij ons nu eigenlijk niet bezighouden; toch is het leuk dat men daarover het een en ander heeft gezegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 316