335 11 MAART 1982 verslag kan worden uitgebracht over de proef bij de rijkspolitie en bij de brandweer met volvo's, wat ik wil toezeggen. Thans ben ik dan toe aan het punt van de heer Van den Wijngaard. Privatisering van een reini- gingsbedrijf of onderdelen daarvan betreft een zeer complexe aangelegenheid, zowel in technisch opzicht als voor wat betreft de kosten voor de burgers en bovenal in de richting van het eigen personeel. Wanneer je over dat onderwerp wilt gaan praten, moet je daarvoor mijns inziens uitvoeriger de tijd nemen dan op dit moment aan de hand van één huisvuilwagen mogelijk is. Niettemin zullen er nu toch enkele hoofdpunten op tafel moeten ko men. In de commissie heb ik nadrukkelijk aangege ven dat ik momenteel geen enkele aanleiding zie om tot enigerlei vorm van privatisering van het vervoerbedrijf te komen, op grond van de gegevens die ik nu ken. Hoofdzakelijk heeft dit te maken met het feit dat wij wanneer zich meerkosten voor doen ook weten waarmee die verband houden. Bij ons vervoersbedrijf trachten wij tot rendabele en onrendabele serviceverlening aan de stad te komen, wat inhoudt dat ook het grofvuil wordt meegenomen benevens verschillende andere zaken. Meestal zit dat niet in het pakket wanneer de vuilophaal door een particulier wordt verzorgd. Voorts voeren wij een personeelsbeleid waarbij voortdurend wordt ge controleerd of de mensen niet worden overbelast. De mensen werken tot hun 55e bij de huisvuildienst waarna zij bij andere onderdelen worden ingezet. Als je wilt dat zij niet op hun 55e met rugklach ten te kampen hebben, zul je op het punt van over belasting een zeer zorgvuldig beleid moeten voeren Blijkens een opgave van de directeur van het ver voerbedrijf werken over het algemeen particuliere vuilafvoerders met andere materialen dan wij en doorgaans met jonge krachten tegen een lage belo ning; zo gauw zij wat duurder worden, worden zij afgestotenWanneer wij in onze stad het opereren van particuliere vuilafvoerders zouden toelaten,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 335