11 MAART 1982 336 zouden wij enerzijds tot een kostenbeperking komen, maar anderzijds zouden wij een bepaalde vorm van arbeid toelaten, die wij als gemeente niet voor onze rekening kunnen nemen. Ik meen dat over dit onderwerp in de commissie uitvoeriger moet worden gepraat. In de diverse gemeenten vindt op dat punt een wat verschillende afweging plaats. In het ene geval wordt vooral de kostenkant meegenomen, ter wijl in het andere geval met name aandacht wordt besteed aan het verschil in personeelsbeleid bij de gemeente en bij de particuliere vuilafvoerders. In de commissie heb ik toegezegd dat wij argumen ten van andere gemeenten op een rij zullen zetten en tevens de kosten in verband met de verschillen de wijken kenbaar zullen maken, waartoe de voorbe reidingen in volle gang zijn. Wij hebben tevens opgaven gevraagd voor het door particulieren laten verzorgen van bepaalde wijken van Breda. Ik ben van mening dat wij deze kwestie tot op de bodem moeten doorpraten, want het moet ook in de rich ting van het vervoerbedrijf volstrekt duidelijk zijn welk beleid wordt gevoerd. Hierbij merk ik nog op dat bij privatisering geen personeelsover- stap in de richting van het particuliere bedrijf kan worden gerealiseerd; dat lijkt een volstrekte onmogelijkheid te zijn. Ik meen ook dat we dat in de richting van ons eigen personeel heel duidelijk moeten maken. De heer TEN WOLDE: Waar haalt de wethouder deze wetenschap vandaan? Toevallig was ik gisteren op het slachthuis in Leiden. Het totale gemeente lijke personeel is daar overgegaan naar de nieuwe organisatie voor de slachthuizen. Dat kan dus wel. Wethouder WELSCHEN: De sector van de bedrij ven is nogal uitgebreid; we kennen het energie- en waterbedrijf, het slachthuis, het vervoerbedrijf etcetera. Thans spreken wij over particulieren die een afvalophaaldienst organiseren...

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 336