343 11 MAART 1982 vragen de nota te lezen, te herlezen, erover te praten en erover te denken, want er staat nogal wat in en toch ben ik bang dat het slechts het topje van een ijsberg is..Ik hoop dat wij binnen onze fractie daarvoor nog de gelegenheid zullen krijgen, ondanks het feit dat wij de nota vana vond zullen vaststellen. Over de vaststelling van die nota is overigens heel wat gediscussieerd, maar ik beschouw die vaststelling als de start, als het begin en in de praktijk van alledag zal ondanks datgene wat in de nota staat bijsturing altijd mogelijk moeten zijn. Verder moet mij nog het volgende van het hart. Wij kennen allemaal de financiële moeilijk heden en mogelijkheden op allerlei terreinen, maar onze fractie dat geldt ook voor mij per soonlijkblijft het fout vinden dat wij niet de gelegenheid hebben gehad over deze aangelegenheid te kunnen oordelen. Er is niet voldoende gelegen heid geweest voor bestudering en bespreking van de nota en voor het inwinnen van informaties. Aan ons als gemeenteraadsleden, die deel uitmaken van de Bredase bevolking, had de mogelijkheid moeten worden geboden om eventueel bij te sturen en de nota te vervolmaken of verduidelijkingen te vra gen. Ik ben geen man om verwijten te maken, ik stel alleen maar vast. Ik hoop dat het college erin zal slagen dergelijke dingen niet meer te laten gebeuren. U moet dat dan ook niet alleen beloven, want ik zou een behoorlijk optelsommetje kunnen maken van dergelijke in het verleden geda ne beloftes waarvan niets is uitgekomen. Dit is dus een vaststelling, en geen verwijt, maar bij ons ligt dat feit wel wat zwaar, wat mij terecht lijkt. Wij hebben geen tijd meer voor verdere be studering, omdat de nota vóór een bepaald tijd stip bij C.R.M. moet zijn. Daarvan gaat een drei ging uit, want als we te laat zijn lopen we de subsidie mis. Hierbij moeten wij ons realiseren dat ook bij C.R.M. wordt bezuinigd, en in verband

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 343