351
11 MAART 1982
vaak indringend op ons afkomt en waarbij de ge
volgen vaak rampzalig zijn, geeft feitelijk wei
nig reden tot optimisme, maar door de hele nota
heen en ook uit de daaronder liggende verslagen
en zelfs telexen proef je iets van de wil om ge
zamenlijk deze problematiek te lijf te gaan.
Het voor Breda voorgestelde circuit wijkt
weer af van het beleid zoals andere gemeenten het
menen te moeten voeren. Het feit echter dat men
elkaar in gezamenlijkheid hierop heeft gevonden,
is voor onze fractie een reden om een stapje te
rug te doen. Vindt er overigens ook overleg plaats
met andere gemeenten of worden door de instellin
gen afzonderlijk contacten gelegd?
Onze fractie vindt in de nota een aantal za
ken terug die ook door haar erg belangrijk worden
gevondenonder meer de preventie en de nazorgac
tiviteiten.
Welke is de taak van de gemeente in de be
leidsgroep en aan wie zal de werkgroep, zoals
vermeld op pagina 3, rapporteren? Zal de informa
tie eerst naar de B.B.D. gaan, of rechtstreeks
naar de gemeente?
Voor wat betreft de door de I.S.D. gereser
veerde gelden waaromtrent bij het ministerie een
aanvrage zal worden ingediend hopen wij dat zij
niet zullen sneuvelen onder het snoeimes van de
bezuinigingen. Is daarover al iets naders bekend?
Wij hebben namelijk begrepen dat bij het uitblij
ven van rijkssteun Breda wel "dag" kan zeggen met
het handje tegen het voorgestelde beleid. Is dat
inderdaad het geval?
Zowel de beleidsgroep Drug Breda als de ge
meente zal ongetwijfeld haar gedachten hebben
laten gaan omtrent de wijze waarop en de plaatsen
waar een eventueel dagcentrum en één of meer aan
looppunten dienen te worden gerealiseerd.
In de brief van de Vereniging van Nederland
se Gemeenten van november 1981 in de richting van
de bijzondere Kamercommissie wordt aangedrongen
op zorgvuldigheid in dezen, met name voor wat