20 APRIL 1982
393
van St. Joseph, een onderzoek waarvan is gesteld
dat het binnen een maand zou zijn afgerond.
De heer SCHURING: Wat bedoelt u met een on
derzoek naar de voortbestaansmogelijkheden van
St. Joseph?
De heer HENDRICKS: Ik bedoel op datgene waar
over in één van de laatste openbare commissiever
gaderingen met betrekking tot deze kwestie is ge
sproken. Van de kant van het college is toen ge
zegd dat binnen een maand het overleg met St. Jo
seph zou worden geopend, in welk verband een aan
tal zaken de revue zou passeren, waaronder de bij
St. Joseph in behandeling zijnde projecten. Ge
zien het feit dat die maand ruimschoots is ver
streken en het om niet meer gaat dan om een garan
tieverlening ten aanzien van een organisatie waar
mee wij kennelijk verder willen gaan, lijkt het
mij niet meer dan juist dat die garantieverlening
nu aan de orde komt en in positieve zin door de
raad wordt bekrachtigd.
Wethouder VAN DUN: In de eerste plaats wil ik
de heer Hendricks uit de droom helpen, voor zover
hij althans in een droom verkeerde. De toezegging
is gedaan dat binnen een maand contact met St. Jo
seph zou worden opgenomen over de voortgang van
de projecten en de zekerheid ter zake van de uit
voering van die projecten. Inderdaad is binnen een
maand het overleg geopend en thans zijn wij met
St. Joseph bezig met een doorlichting van de pro
jecten en met het bezien van de haalbaarheid van
de projecten die men uitvoert. Ik meen dat over
het voortbestaan van St. Joseph in deze context
niet behoeft te worden gesproken.
Overigens ben ik het volstrekt met de heer
Hendricks eens, en niet met de heer Garritsen. Ge
zien de taakstelling van St. Joseph, hoe men ver
der ook over St. Joseph moge denken, en de omvang,
de aard en de stand van zaken van het onderhavige