394
20 APRIL 1982
project zou het onzes inziens niet getuigen van
behoorlijk bestuur van onze kant en van de kant
van de gemeenteraad wanneer wij deze kwestie nog
langer zouden laten liggen. Wij stellen de raad
dus met klem voor een positieve beslissing te ne
men
De heer GARRITSEN: Ik wil toch nog eens wij
zen op de notitie die er lag, op het financiële
wanbeheer van St. Joseph bij het aantrekken van
leningen en de risico's die men daarbij liep en
zovoorts, een situatie waarop wij als raad nog
steeds geen zicht hebben. Ik kan zeker niet met
dit voorstel akkoord gaan, omdat naar mijn mening
de raad eerst duidelijk een oordeel over St. Jo
seph zal moeten uitspreken alvorens hij een be
sluit als dit kan nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens
conform het voorstel van burgemeester en wet
houders besloten, onder aantekening dat de
heer Garritsen geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
De VOORZITTER: Zoals ik u in mijn brief al
heb aangekondigd zal thans eerst punt 40 worden
behandeld
40. bijlage nr. 132
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET VOEREN VAN EEN RECHTSGEDING (HET INSTELLEN
VAN HOGER BEROEP TEGEN HET VONNIS VAN DE ARRON
DISSEMENTSRECHTBANK TE BREDA VAN 16 FEBRUARI
1982)(M vD)
De VOORZITTER: Met betrekking tot dit voor
stel is een nieuw besluit geformuleerd, dat u op
uw tafels hebt kunnen aantreffen. Dit besluit is
mede na overleg met en advisering door de commis
sie openbare werken en de commissie algemene zaken
tot stand gekomen.