396 20 APRIL 1982 is gevallen en een aantal zakelijke achterliggen de motieven. Dit stuk betreft dus niet datgene waarover ik gisteravond met de heer Hendricks heb gediscussieerd. De heer EISSENS: Ik zal graag eerst van het college horen welke de beweegredenen zijn om nu deze kwestie te behandelen, alsof er niets aan de hand is. Tot tweemaal toe hebt u ons bijeen ge roepen en u hebt alle mogelijke argumenten aange voerd om aan te geven dat de behandeling in beslo tenheid moest plaatsvinden, hetgeen wij hebben ge accepteerd. Gisteravond heeft de voorzitter van de gecombineerde vergadering van de commissies al gemene zaken en openbare werken de leden gevraagd naar hun standpunt met betrekking tot het behande len van dit stuk. Wij namen aan dat het opnieuw een besloten behandeling zou moeten worden, aange zien het college daarvoor redenen kon aanvoeren. Thans gaat u echter, alsof er niets aan de hand is, over tot de orde van de dag. Wij verzoeken u daarom ons duidelijk te maken wat het college er toe heeft bewogen thans deze zaak te behandelen, hetgeen wellicht al veel eerder had kunnen gebeu ren. De heer HENDRICKS: Ik heb begrepen dat de samenvatting die wij hebben ontvangen inderdaad een vertrouwelijke samenvatting is, en voorts dat de heer Van Dun het college positief heeft geadvi seerd het uiteindelijke verslag openbaar te doen zijn, maar graag hoor ik nog welke uitslag die beraadslaging heeft gehad. Zal het uiteindelijke verslag inderdaad een openbaar stuk zijn? De heer GARRITSENDe orde van de vergadering is op dit moment wat merkwaardig. Het is mij niet duidelijk of we al met de eerste termijn zijn be gonnen of dat dit een soort van sub-termijn is. Overigens heb ik daar geen problemen mee.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 396