20 APRIL 1982
397
De VOORZITTER: Het is zelfs prealabel.
De heer GARRITSEN: Dergelijke dure woorden
ken ik niet; misschien zal ik ze nog eens gaan be
grijpen wanneer ik geen deel meer uitmaak van de
raad
Ik wil vervolgens nog iets zeggen over het
punt van de beslotenheid. Gisteren is een besloten
vergadering gehouden, hoewel de commissie in meer
derheid van mening was dat er openbaar moest wor
den vergaderd over deze zaak. Op basis van argu
menten, die mij echter niet overtuigden, was het
college evenwel van mening dat de bespreking in
beslotenheid moest plaatsvinden. Ik heb er toen de
voorzitter van de commissie algemene zaken van in
kennis gesteld dat ik in verband met de besloten
heid de commissievergadering niet zou bijwonen. Ik
vind het daarom uitermate merkwaardig dat deze
zaak voor een openbare behandeling op de raadsa-
genda is vermeld; dit is toch wel een heel vreemde
gang van zaken. Ik had minstens een voorstel van
orde voor de behandeling van deze aangelegenheid
verwacht. Het onderhavige punt is in de commissies
in beslotenheid behandeld en nu zal een openbare
behandeling plaatsvinden. Tegen dat laatste heb ik
geen bezwaren, maar mijns inziens zal wél de com
missievergadering moeten worden overgedaan, en dan
in openbaarheid opdat ook ik daarbij aanwezig zal
kunnen zijn.
De heer CRUL: Ik wil mij aansluiten bij dat
gene wat de heer Eissens heeft gezegd. Hij gaf al
min of meer aan dat wij wellicht spoken hebben ge
zien die er helemaal niet bleken te zijn. In de
commissievergaderingen is ook gebleken in deze
agendering komt dat eigenlijk ook tot uitingdat
openbare behandeling niemand zou schaden. Als men
echter op een gegeven moment tot inkeer komt is
dat alleen maar te prijzen.
De VOORZITTER: Ik wil over deze aangelegenheid