400
20 APRIL 1982
veiligstelling van de belangen van de gemeente. De
conclusie van de heer Crul, namelijk dat gezien de
bespreking van gisteravond de discussie zonder
meer in openbaarheid kan worden gevoerd, kan dus
nog niet worden getrokken. Indien de nu te voeren
discussie van dezelfde snit, hetzelfde gehalte en
dezelfde omvang is als die van gisteravond is er
geen enkel probleem, maar wanneer de raad met ex-
geses komt over de juridische positie van de ge
meente Breda vanuit het vonnis van de arrondisse
mentsrechtbank, zal de voorzitter naar ik aanneem
ingrijpen en voorstellen tot het houden van een
besloten vergadering doen. Tegen het voeren van
een discussie in openbaarheid zoals die zich gis
teravond heeft voltrokken heeft het college der
halve geen bezwaren, maar wij behouden ons het
recht voor een voorstel tot het houden van een be
sloten vergadering te doen zodra belangen van de
gemeente dreigen te worden geschaad. Ik hoop even
wel dat dat laatste niet nodig zal zijn.
De heer GARRITSEN: Ik neem aan dat ik hierop
even zal mogen ingaan; dit is voor mij een vrij
essentieel punt.
De VOORZITTER: Die gelegenheid krijgt u, maar
ik wil nu alvast een beroep op u doen om deze zaak
te behandelen zoals dat kennelijk gisteravond in
de commissies is gebeurd. Ik zou het erg op prijs
stellen als u zich daaraan zou willen houden, en
ik geloof ook dat dat mogelijk is.
De heer GARRITSEN: Ik blijf dit een merkwaar
dige gang van zaken vinden. Blijkens het reglement
van orde hebben wij een voorzitter die de orde van
de vergaderingen moet bepalen. Die heeft echter in
eerste instantie geen enkele mededeling gedaan
over de wijze waarop deze zaak zal worden behan
deld, maar na de schorsing van zoeven hebben we
dan vernomen dat we binnen bepaalde grenzen in
openbaarheid het woord mogen voeren. Ik heb daarmee