20 APRIL 1982 403 In feite is nog veel meer in het geding, na melijk de geloofwaardigheid van het politieke be drijf in zijn totaliteit. De politieke aspecten zijn al eerder breed uitgemeten. Deze zaak speelt inmiddels al een groot aantal jaren en verziekt naar mijn mening de verhoudingen in deze raad en daarbuiten; hij doet in elk geval de onderlinge verhoudingen geen goed. Steeds duiken er weer nieu we dingen op, zogenaamde onthullingen en dergelij ke, en dit levert geen positieve bijdrage ter zake van het onderlinge vertrouwen, zowel binnen het college als binnen de raad en zeker tussen raad en college. Wij zijn daarom van oordeel dat deze zaak de wereld uit moet. Met deze problematiek is ge start onder dit college en in belangrijke mate ook onder de verantwoordelijkheid van dit college, en wij zijn daarom van oordeel dat ook tijdens de zit tingsduur van dit college deze kwestie de wereld uit moet worden geholpen. Die mag niet als het wa re een hypotheek leggen op de situatie na septem ber 1982. De juridische aspecten zou je natuurlijk breed kunnen uitmeten, maar wij zullen dat niet doen. Wel ik een aantal constateringen naar voren bren gen. Er stonden verschillende wegen open. Zo zou den wij een derde advies kunnen vragen, naast dat van de stadsadvocaat, hetgeen zou dienen te gebeu ren voordat de termijn voor het aantekenen van ho ger beroep is verstreken. Op basis van dat advies en het advies van de stadsadvocaat had dan al of niet tot hoger beroep kunnen worden besloten. Een tweede mogelijkheid zou zijn geweest hoger beroep aantekenen vanuit de kracht van de situatiedus zonder meer, en een derde mogelijkheid houdt in het formeel aantekenen van beroep en benutting van de materiële ruimte voor het pogen om tot een min nelijke regeling te komen. Vervolgens is de vierde mogelijkheid géén hoger beroep aantekenen, de scha derekening opstellen en tot afwikkeling van zaken overgaan. De eerste mogelijkheid, het vragen van advies aan een derde, hebben wij al eerder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 403